Damon Harris ‎– Damon - 1978

In april 1971 overtuigde een vriend Damon Harris ervan auditie te doen voor The Temptations, die een reeks optredens verzorgden in het nabijgelegen Washington D.C. De groep had Eddie Kendricks net vervangen door Ricky Owens van The Vibrations, die onregelmatige optredens gaf, en The Temptations waren opnieuw op zoek naar een vervanger. Harris trad eerst op voor Temptations Melvin Franklin, Richard Street en Dennis Edwards voordat hij auditie deed voor groepsleider Otis Williams. Williams aarzelde om de jonge zanger, die bijna tien jaar jonger was dan de rest van The Temptations, aan te nemen. Franklin, Street en Edwards stemden echter voor Harris, en hij maakte een paar weken later zijn podiumdebuut als eerste tenor/falset. Toen Damon zich bij The Temptations voegde, veranderde hij zijn naam in Damon, omdat de groep volgens hem al een Otis had.

Harris bleef vier jaar lang met de Temptations optreden en verzorgde de lead vocals in de stijl van Kendricks bij hits als "Superstar (Remember How You Got Where You Are)" (1971), "Take a Look Around" (1972), de nummer 1 pophit "Papa Was a Rollin' Stone" (1972, driemaal Grammy Award-winnaar), de nummer 1 R&B-hit "Masterpiece" (1973) en "Plastic Man" (1973). Hij zong de lead vocals voor "Love Woke Me Up This Morning" van het album All Directions (1972) en is prominent te horen op The Temptations Live in Japan (1973).

Na het verlaten van de groep besloot de neerslachtige Harris The Young Vandals opnieuw op te richten met Simms, Timmons (Kareem Ali) en Tilghman. Ze hernoemden de groep tot Impact en tekenden in 1976 een contract bij Atco Records. Samen met een soulproductieteam uit Philadelphia nam Impact een aantal kleine soul- en discohits op, waaronder "Happy Man" en de nummer 5 discohit "Give a Broken Heart a Break". De groep bracht slechts één album uit bij Atco, Impact uit 1976, voordat ze door het label werden geschrapt vanwege tegenvallende verkoopcijfers. Impact tekende in 1977 bij Fantasy Records en bracht het album The Pac is Back uit, dat eveneens te lijden had onder tegenvallende verkoopcijfers. De groep ging uit elkaar en Harris nam zelf enkele solosingles op, waaronder "It's Music" uit 1978 en het album Silk.